Geliefde broeders en zusters, dit is al de tweede brief die ik u schrijf. Met beide wil ik u tot een helder inzicht brengen, en wel door u te herinneren aan de woorden die de heilige profeten destijds hebben gesproken en aan het gebod van onze Heer en Redder dat uw apostelen u hebben doorgegeven. Vergeet vooral niet dat er aan het einde van de tijd spotters zullen komen, die hun eigen begeerte volgen en smalend vragen:

‘Waar blijft Hij nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie voor ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is.’ Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods woord gevormd was uit water en door middel van water, en dat de toenmalige wereld vergaan is toen ze door het water werd overspoeld. Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur.

Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters:

voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heer is niet traag met het nakomen van Zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.

Loading

0Shares